Overheveling van specifieke uitkeringen vraagt om een zorgvuldige afweging, want is niet zonder meer wenselijk, mogelijk en zeker niet kostenbesparend. Het Hoofdlijnenakkoord vermeldt het voornemen om vrijwel alle specifieke uitkeringen over te hevelen naar het gemeente- en provinciefonds. Dat zou bijdragen aan het verminderen van de controle- en verantwoordingslasten, het vergroten van de beleids- en bestedingsvrijheid van decentrale overheden en een besparing opleveren van 10% op het beschikbare budget. De Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) stelt vast dat deze besparing niet is onderbouwd, niet realistisch is en ook niet passend, nu verantwoording staat voor een democratische waarde die niet kan worden wegbezuinigd. Daarbij is overheveling van specifieke uitkeringen naar de fondsen niet in alle gevallen wenselijk dan wel mogelijk, omdat het tot ongewenste maatschappelijke gevolgen kan leiden en/of tot ongewenste herverdeeleffecten. Als na zorgvuldige afweging wordt besloten tot deze overheveling, is bovendien een evenredige vermindering van ambities en taken en een verruiming van de sturingsmogelijkheden voor decentrale overheden vereist.
De beoogde besparing van 10% op het beschikbare budget van specifieke uitkering, kan niet anders worden gezien dan als een bezuiniging
Dat concludeert de ROB in zijn advies ‘Voornemen tot overheveling specifieke uitkeringen’ (1 oktober 2024).
Korting doorvoeren = ambitieniveau bijstellen
De beoogde besparing van 10% op het beschikbare budget van specifieke uitkering, kan niet anders worden gezien dan als een bezuiniging. Dat vraagt niet alleen om een zelfstandige afweging en onderbouwing, maar ook om een evenredige reductie van specifieke regelgeving en daarmee een evenredige vermindering van taken. Zo wordt voorkomen dat taken worden overgeheveld, zonder de bijbehorende bekostiging.
Niet alle specifieke uitkeringen zijn over te hevelen
Blijkens het Hoofdlijnenakkoord moeten vrijwel alle specifieke uitkeringen worden overgeheveld. Het is echter niet mogelijk en ook niet wenselijk om alle specifieke uitkeringen over te hevelen. Overheveling kan ongewenste maatschappelijke gevolgen hebben of tot ongewenste herverdeeleffecten leiden. Zo zijn sommige specifieke uitkeringen bestemd voor gemeenschappelijke regelingen of specifieke regio’s. Ook kan er sprake zijn van noodzakelijke prestatieafspraken, bekostiging van experimenten, cofinanciering en Europese subsidieregels. In die gevallen blijven specifieke uitkeringen een noodzakelijk bekostigingsinstrument. De overheveling van specifieke uitkeringen vraagt dan ook om een zorgvuldige onderbouwing.
Overhevelen is meer dan een financiële transitie
De voorgenomen overheveling van specifieke uitkeringen naar de vrij besteedbare fondsen leidt tot een verrommeling van de financiële verhoudingen. Naast de keuze voor bekostiging via het gemeente- of provinciefonds, moeten immers ook de sturingsmogelijkheden voor decentrale overheden zijn geborgd. Dat is nu niet het geval; de overhevelingsoperatie moet dan ook gepaard gaan met een verruiming van de sturingsmogelijkheden voor decentrale overheden en aanpassing van de regelgeving op dit gebied.
Kijk ook naar andere opties tot beteugeling
Er zijn ook andere mogelijkheden om het aantal specifieke uitkeringen dan wel de verantwoordingslasten te beteugelen. Te denken valt aan het bundelen van uitkeringen in bijvoorbeeld brede doeluitkeringen, het beperken van gedetailleerde regelgeving of het simpelweg stopzetten van beleid. Meer daarover is te lezen in diverse bestaande en nog komende adviezen van de ROB.