Klimaatverandering heeft grote ruimtelijke gevolgen. Maatregelen om ons land waterveilig te houden, voor wateroverlast te behoeden en de beschikbaarheid van voldoende zoetwater te waarborgen, vragen om extra ruimte. Ook hoe we de ruimte gebruiken, voor wonen, werken, landbouw, energie en natuur, zal veranderen. Overheden, burgers en bedrijven houden hier nu nog onvoldoende rekening mee. In zijn advies ‘Ruimtelijke ordening in een veranderend klimaat’ geeft de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) aan hoe het kabinet kan sturen op klimaatbestendige ruimtelijke ordening. Het advies is op 12 juni 2024 aangeboden aan de demissionaire ministers van Infrastructuur en Waterstaat en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Het vergt steeds grotere inspanningen om te zorgen voor de waterstaatkundige omstandigheden waar het huidige ruimtegebruik om vraagt

Cover advies 'Ruimtelijke ordening in een veranderend klimaat'

Anticipeer bij ruimtelijke keuzes op klimaatverandering

De voortschrijdende klimaatverandering maakt het steeds minder vanzelfsprekend dat de waterbeheerders in ons land altijd en overal de condities scheppen die nodig zijn om in ons land te kunnen wonen, werken en recreëren. Het vergt steeds grotere inspanningen om te zorgen voor de waterstaatkundige omstandigheden waar het huidige ruimtegebruik om vraagt. In sommige gebieden en voor sommige activiteiten komen de grenzen in beeld van wat nog kan. Het kabinet wil water en bodem meer sturend laten zijn voor het ruimtelijk beleid in Nederland, maar dat lukt nog onvoldoende. Op termijn kan dit leiden tot zeer hoge kosten. We doen in dit advies tien aanbevelingen, verdeeld over vier oplossingsrichtingen, om de overheid te helpen om effectief te sturen op klimaatbestendige ruimtelijke ordening.

Vier oplossingsrichtingen

1)    Zorg ervoor dat ruimtelijke keuzes van zowel de overheid als van de samenleving zo veel mogelijk rekening houden met de gevolgen van klimaatverandering

De Rli adviseert het Rijk en de waterschappen om met een ‘waterkalender’ systematisch de gevolgen van klimaatverandering voor waterveiligheid, wateroverlast en zoetwatervoorziening in kaart te brengen en om daarover tijdig en toegankelijk te communiceren met bedrijven, burgers, gemeenten en provincies. Zo weet de samenleving op welke waterstaatkundige condities redelijkerwijs gerekend kan worden, tot wanneer dat het geval is en welke onzekerheden er daarna aan de orde zijn. Het gebruik van de ruimte en de bijbehorende (investerings-) beslissingen kunnen mede daarop worden gebaseerd.

2)    Maak flexibiliteit de nieuwe norm voor ruimtelijke ordening
Klimaatbestendige ruimtelijke ordening vraagt om meer flexibiliteit van het ruimtegebruik in ons land. Ruimte die in de nabije of verre toekomst nodig is voor waterstaatkundige werken (zoals dijkversterkingen en wateropslag) moet tijdelijk kunnen worden gebruikt voor andere ruimtelijke wensen, zoals het opwekken van energie, natuurontwikkeling en zelfs wonen. Daarnaast moet het ruimtegebruik in de toekomst aangepast kunnen worden als de huidige waterstaatkundige condities over enkele jaren of decennia niet meer tegen redelijke inspanningen en kosten realiseerbaar zijn. Dit vraagt om de ontwikkeling van nieuwe vormen van tijdelijk ruimtegebruik.

3)    Versterk het instrumentarium voor klimaatbestendige en flexibele ruimtelijke keuzes door overheid en samenleving
Kosten die zich op lange termijn zullen aandienen als gevolg van klimaatverandering moeten nadrukkelijker worden meegenomen bij investeringsbeslissingen van overheden en partijen in de samenleving. Door een levensduurbenadering toe te passen, kunnen de kosten van klimaatadaptatie zo goed mogelijk in de financiële afweging worden betrokken. Ook dient het waterbelang eerder en op een hoger schaalniveau (nationaal en provinciaal) consequent mee te worden gewogen bij de vaststelling van ruimtelijke besluiten.

4)    Neem tijdig besluiten over grote systeemkeuzes en de ruimtelijke gevolgen daarvan
Klimaatverandering noodzaakt tot fundamentele beslissingen als het gaat om bijvoorbeeld de afvoerverdeling van de Rijntakken, een open of gesloten Rijnmond, het bergen van rivierwater in de Zuidwestelijke Delta of de aanleg van een kustmeer. Deze beslissingen zullen grote invloed hebben op de toekomstige ruimtelijke ordening van Nederland. Voorbereiding en realisatie zullen echter verscheidene decennia duren. De Rli adviseert het kabinet daarom om een programma op te stellen om deze beslissingen tijdig te kunnen nemen.