Stel dat je als vrouw een strafbaar feit pleegt en je wordt ingesloten. Dan betekent dit dat je (meestal) ver van je familie in een van de drie vrouwengevangenissen wordt geplaatst, meedoet aan een voor vrouwen beperkter aanbod aan activiteiten en moeilijk contact kunt onderhouden met je kinderen. Word je dan niet onevenredig zwaar gestraft?
Bij het vormen van beleid moet aandacht zijn voor de achtergrondkenmerken en behoeften van vrouwen, omdat straffen voor hen anders onevenredig zwaar kunnen zijn
Voor de sociale veiligheid van vrouwen in detentie is de afgelopen jaren veel aandacht geweest, maar hoe zit het met andere aspecten die van invloed zijn op hoe een straf wordt ervaren? En hoe verhoudt zich dat tot de richtlijnen die hiervoor zijn afgesproken in de zogenoemde Bangkok Rules van de VN?
Over de positie van ingesloten vrouwen in de strafrechtstoepassing bracht de Afdeling advisering van de RSJ op 8 maart 2025, op Internationale Vrouwendag, op eigen initiatief een advies uit aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Hierin wordt breed gekeken naar de onderbelichte positie van vrouwen binnen het gevangeniswezen, de justitiële jeugdinrichtingen en de tbs-klinieken. Vrouwen komen hier voor heel andere problemen te staan dan de veel grotere groep mannen.
De RSJ stelt onder meer dat er meer inrichtingen zouden moeten zijn waar vrouwen geplaatst kunnen worden, dat er rekening gehouden moet worden met verschillen in beveiligingsnoodzaak en dat er meer aandacht moet komen voor en kennis van vrouwspecifieke gezondheidsaspecten en behoeften. Bij het vormen van beleid moet aandacht zijn voor de achtergrondkenmerken en behoeften van vrouwen, omdat straffen voor hen anders onevenredig zwaar kunnen zijn. Daarnaast geeft de RSJ aan dat er ook voor vrouwen voldoende begeleidingsmogelijkheden en zorgvoorzieningen moeten zijn tijdens detentie en dat geïnvesteerd moet worden in voldoende voorzieningen voor vrouwen na vrijlating. Zo kunnen ook zij op een goede manier resocialiseren en terugkeren in de samenleving.