Op 26 september 2024 organiseerde de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken van de Tweede Kamer een rondetafelgesprek over de financiële positie van gemeenten. De ROB stelde daarvoor een position paper op. Raadslid Peter Verheij nam deel aan dit rondetafelgesprek.

De ROB bepleit daarom voor een herziening van de financiële verhouding tussen Rijk en decentrale overheden

De vraag hoe de gemeentefinanciën er op dit moment voor staan, is makkelijker gesteld dan eenduidig te beantwoorden, en het gaat om meer dan geld alleen. Het is nodig de disbalans te herstellen van taken, organisatie, bevoegdheden en bekostiging. Zowel het Rijk als de decentrale overheden zijn gebaat bij Rust-Reinheid-Regelmaat in het begrotingsbeleid. De ROB bepleit daarom voor een herziening van de financiële verhouding tussen Rijk en decentrale overheden. Nu hebben gemeenten te weinig ruimte om zelf beleidskeuzes te maken; hun slagkracht wordt beperkt. Voor de betrouwbaarheid van overheid en politiek is het belangrijk dat de Rijkoverheid een betrouwbare partner is voor medeoverheden, en hen voldoende (financiële) ruimte biedt.

Vijf belangrijke punten

1. De financiële positie van gemeenten: het is niet wat het lijkt.
2. Er is al lange tijd een disbalans tussen taken, organisatie, bevoegdheden en middelen. De balans hierin moet dringend hersteld worden.
3. De overheveling van Specifieke Uitkeringen kan alleen tot een gunstige uitkomst in het herstellen van de disbalans leiden als er ook evenredig taken en regelgeving wordt geschrapt.
4. De normeringssystematiek: met de keuze voor een BBP koppeling is een ‘verkeerde afslag’ genomen.
5. Het ontbreekt aan consequente toepassing van de Financiële verhoudingswet (art 2) en de Gemeentewet (art 108 medebewind).

Suggesties voor oplossingen

  1. 1. Doe een ‘omgekeerde’ art 2 FvW procedure: voor de daling in 2026 moet een evenredige reductie in taken plaatsvinden als er geen extra geld is. Dit vraagt keuzes van het Rijk. Gemeenten komen daar niet onderling uit.
    2. Trek óók de bijpassende regelgeving in bij overheveling SPUKS, alleen dan leidt het vergroting van de keuzeruimte van gemeenten.
    3. Pas de normeringssystematiek aan op het kostenpatroon van de taken van gemeenten. In ieder geval bij Jeugd en Wmo, maar dit speelt breder.
    4. Licht alle taken door op disbalans en herstel die door óf een (deel van de) te schrappen of meer geld te verstrekken.
Raadslid Peter Verheij bij het rondetafelgesprek over de financiële positie van gemeenten op 26 september 2024.

Meer informatie