De Raad voor Cultuur heeft in de afgelopen jaren meermaals zijn zorgen geuit over de houdbaarheid van het publieke omroepbestel. In april van dit jaar schreef de raad in een brief aan staatssecretaris Uslu van Cultuur en Media dat het rapport over de legitimatiecriteria voor publieke omroepen dat voormalig minister Slob in 2021 liet opstellen, geen goed antwoord geeft op de vraag hoe maatschappelijke binding van omroepen juridisch houdbaar getoetst kan worden. Al het denkwerk, adviezen en rapporten over dit onderwerp overziend, moet onder ogen worden gezien dat geschikte criteria eenvoudigweg niet vindbaar zijn, zo constateerde de raad toen. Om het bestel op termijn houdbaar en beheersbaar te maken pleit de raad voor andere maatregelen. De Raad voor Cultuur vindt het daarom goed nieuws dat de Tweede Kamer eerder deze week de staatssecretaris in een motie heeft verzocht om de toekomst van het omroepbestel breder te onderzoeken. Dit gebeurde in reactie op de instelling van een onafhankelijk adviescollege dat gevraagd is om criteria voor toe- en uittreding van omroepen te bedenken.