Het Rli-advies zet bedrijventerreinen én het potentieel hiervan voor verduurzaming op de kaart
“Het Rli-advies zet bedrijventerreinen én het potentieel hiervan voor verduurzaming op de kaart”, schrijft demissionair minister Adriaansens van Economische Zaken en Klimaat (EZK). Zij noemt de aanbevelingen van de Rli helder en herkent zich in de richting, zoals het belang van verduurzaming, versterking van het organiserend vermogen, de behoefte aan een regierol en meer gezamenlijke duurzaamheidsdoelstellingen vanuit de overheid. Het verduurzamen van bedrijventerreinen valt volgens de minister onder het Programma Ruimte voor Economie van EZK.
De Rli doet aan het Rijk drie overkoepelende aanbevelingen voor de versnelling van verduurzaming bedrijventerreinen:
- Formuleer een toekomstbeeld voor duurzame bedrijventerreinen met meetbare doelstellingen en tijdspad;
- Maak samenwerking in georganiseerd verband op bedrijventerreinen verleidelijk en uiteindelijk verplicht;
- Zorg voor een heldere rolverdeling tussen de overheden en uitvoeringsinstanties die betrokken zijn bij verduurzaming bedrijventerreinen.
Naast het inwerkingstellen van een interdepartementale werkgroep, adresseert de minister de aanbevelingen van de Rli op drie manieren:
- Het opzetten van pilots voor toekomstbestendige bedrijventerreinen als onderdeel van het programma Ruimte voor Economie. De pilots moeten de krachten bundelen van Rijk, provincies, gemeenten, ondernemers en vastgoedeigenaren. Het gaat om een mix van herontwikkeling van gebieden, revitalisering van bestaande panden en vernieuwing, efficiënt inrichten en benutten van infrastructuren voor energie, circulariteit, biodiversiteit, internet en mobiliteit.
- Het versterken van de organisatiegraad. Het Rijk houdt daarbij vast aan bestaand beleid en beleidsinstrumenten: het Programma Verduurzaming Bedrijventerreinen (PVB) en de Bedrijven Investeringszone (BIZ). Over de BIZ wil het kabinet in gesprek gaan met provincies en gemeenten over kennisontwikkeling en kennisdeling. Daarnaast gaat de minister na of bij doorstart of ongewijzigde voortzetting van een BIZ verlaagde draagvlakeisen mogelijk zijn.
- Het versterken van de uitvoeringskracht. Ook op dit onderdeel houdt het kabinet vast aan bestaand beleid. Eerder maakte het middelen vrij via de regeling CDOKE (Capaciteit Decentrale Overheden voor Klimaat en Energie). De regeling is bestemd voor provincies en gemeenten ten behoeve van inhuur van capaciteit zodat zij hun taken op gebied van klimaat en energie kunnen uitvoeren. Het kabinet roept de provincies en gemeenten op om de CDOKE voor verduurzaming bedrijventerreinen te benutten.
De minister herkent het signaal van de Rli dat er veel op de ondernemers afkomt qua verduurzaming. Ook hier verwijst ze naar bestaand beleid: actieprogramma duurzaam ondernemen en de actieagenda mkb-dienstverlening. Deze programma’s zijn gericht op individuele mkb-bedrijven en niet op een integrale, gebiedsgerichte aanpak voor bedrijventerreinen waarin samenwerking centraal staat; een aanpak waarin het advies veel potentie ziet.
Hoewel de minister de analyse van het advies onderschrijft, worden de belangrijkste aanbevelingen daarvan niet vertaald in nieuw beleid. Dat geldt onder meer voor de aanbeveling om nationale, meetbare doelstellingen voor de verduurzaming van bedrijventerreinen te ontwikkelen en voor de aanbeveling om de samenwerking in georganiseerd verband verleidelijker en op termijn verplicht te maken. De essentie van het advies, dat beoogt de verduurzaming van bedrijventerreinen te versnellen, wordt hiermee niet door het kabinet gevolgd.
Lees de kabinetsreactie op het advies ‘Samen werken’
Lees meer over het advies ‘Samen werken’
Bekijk de animatie met een korte toelichting op het advies ‘Samen werken’ (2.43)