Op 11 december werd het Nederlandse eindrapport van het EU-project ‘Building capacity for evidence-informed policymaking in governance and public administration in a post-pandemic Europe’ gepresenteerd. Het EU-project heeft als doel de betrokkenheid van wetenschappers en beleidsmakers bij elkaars werk te vergroten. Om zo kennisdeling, het proces en het beleid te verbeteren.
Het eindrapport omvat een analyse van het Nederlandse science-for-policy ecosysteem en geeft adviezen over hoe de werking hiervan te verbeteren
Tijdens de bijeenkomst bij het ministerie van BZK presenteerden het JRC en de OECD het Nederlandse eindrapport aan de Secretarissen-Generaal van OCW (Loes Mulder) en BZK (Vincent Roozen). Het eindrapport omvat een analyse van het Nederlandse science-for-policy ecosysteem en geeft adviezen over hoe de werking hiervan te verbeteren. Het rapport werd opgemaakt door een groep nationale experts, onder meer aan de hand van interviews en werksessies met verschillende onderdelen van het Nederlandse ecosysteem.
Aansluitend aan de overhandiging spraken Agnieszka Gadzina – Kolodziejska (JRC), Paul ’t Hart (raadslid WRR en hoogleraar bestuurskunde), Rob de Werd (directeur kennis en strategie bij het ministerie van OCW) en Stephane Jacobsen’s (OECD) met Mark Frequin (nationale expert eindrapport) over de kansen en opvolging van de adviezen binnen de Nederlandse overheid. Hoewel Nederland geniet van een goed ontwikkeld science-for-policy ecosysteem, is er behoefte aan betere opname van wetenschappelijke inzichten bij beleidsvorming en meer samenwerking tussen departementen.
Het project is een initiatief van DG Reform en werd uitgevoerd door het Joint Research Centre van de Europese Commissie en de OECD. De WRR trad tijdens dit traject op als coördinator van de nationale begeleidingscommissie. Hierin zijn onder meer de ministeries van BZK, OCW, JenV, Financiën en het netwerk van Chief Science Officers vertegenwoordigd. Naast Nederland namen ook België, Estland, Finland, Griekenland, Letland, Litouwen en Tsjechië deel aan het project. In het voorjaar van 2025 zal er een slotbijeenkomst plaatsvinden waarin de internationale lessen uit het project worden gedeeld met de deelnemende landen.